Slijtage is niet tijdsafhankelijk. Zelfs in de skeletten van Neanderthalers zijn sporen van artrose gevonden. Slijtage beperkt zich niet alleen tot de mens. Het komt vooral voor bij gewervelden zoals vogels, vissen en zoogdieren. Behalve bij vleermuizen en luiaards, die hun hele leven ondersteboven hangen, waarbij er maar weinig gewicht op hun gewrichten rust. Waarom sommige mensen wel last krijgen van artrose en andere niet, is niet bekend.
Artrose komt vooral voor bij mensen boven de 70 jaar echter begint slijtage van het kraakbeen al vaak op 35 jarige leeftijd. Artrose komt ongeveer de helft keer zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen. Daarnaast speelt erfelijkheid een rol.
Voldoende beweging is ook erg belangrijk. Het tegenovergestelde, namelijk rust, heeft vaak eerder een negatief resultaat voor het gewricht dan positief. Het doel is het gewricht beweegbaar te houden, dit komt de smering van het gewicht ten goede. Gewicht op het gewricht kan ook slijtage versnellen. Zwaarlijvigheid kan resulteren in een grote kans op artrose.